Hoofdstukken
Terug naar overzicht

‘Gemeenten zouden meer moeten focussen op belangen schoolstichters’

Bij de oprichting van een nieuwe school zijn verschillende partijen betrokken. Uiteraard de initiatiefnemers, de gemeente, maar ook bestaande besturen en de gemeenteraad spelen een rol. Hessel Maris signaleert knelpunten en doet aanbevelingen rond schoolstichting in zijn masterthesis ‘Zelforganisatie als speurtocht: een onderzoek naar knelpunten in het proces van zelforganisatie in de praktijk van het stichten van nieuwe scholen’. Een dubbelinterview samen met netwerkregisseur Ben Mom, die namens VBS veel ouderinitiatieven begeleidt om scholen op te richten:

Gebrek aan onderling vertrouwen
Hessel Maris liep stage bij VBS voor zijn afstudeeronderzoek voor de opleiding Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Een knelpunt bij schoolstichting dat uit zijn onderzoek naar voren komt is gebrek aan onderling vertrouwen. De houding van zowel de gemeente als initiatiefnemers is niet altijd geheel open. Maris beveelt daarom een meer open houding aan: een positieve houding van de gemeente zorgt voor betere samenwerking, en voor een gemeente is het niet fijn als een aanvraag voor een nieuwe school uit het niets komt.

Ben Mom: ‘Het kan voor beide kanten positief zijn zich in te leven in andermans beleving. Gemeenten zijn in de beginfase vaak afwachtend en terughoudend. Ze hebben te maken met meerdere belangen, zoals die van bestaande besturen. Al kunnen de belangen van gemeente en initiatiefnemers overeenkomen. Ik heb meegemaakt dat wethouders razend enthousiast zijn. Daarnaast heeft de gemeente een formele rol zodra het rijk toestemming geeft voor een nieuwe school. Dat is een kantelpunt waarbij ambtenaren aan de slag gaan omdat ze de plicht hebben voor huisvesting te zorgen.’

Hij maakt een kanttekening bij de wens van de gemeente vroegtijdig van plannen voor een nieuwe school op de hoogte te zijn. ‘Ik heb meegemaakt dat bestaande schoolbesturen dan ook een aanvraag indienden om de andere aanvraag te saboteren en er zo voor te zorgen dat die werd afgewezen.’

Maris: ‘Bestaande besturen die een aanvraag indienen kan interessant zijn, indien door de aanvraag het gebrek aan onderwijsvernieuwing wordt weggenomen en het probleem van ouders en leerlingen is opgelost. Al is dat niet altijd in het belang van de initiatiefnemers. Voor hen kan het dus van belang zijn de gemeente pas in een laat stadium in te lichten.’

Mom reageert: ‘Het doel van de initiatiefnemer is onderwijsvernieuwing omdat hij niet tevreden is met het huidige onderwijsaanbod in de betreffende gemeente. Voor het starten van twee nieuwe scholen is normaliter geen ruimte. Op deze manier wordt alleen de start van de nieuwe school tegengehouden en is er geen sprake van onderwijsvernieuwing. Overigens speelt dit probleem onder de huidige wet- en regelgeving. Als in 2021 de nieuwe wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen van kracht wordt, geldt dit niet meer.

Doelen burgers niet centraal

De doelen van burgers staan niet altijd centraal bij de gemeente, volgens het onderzoek van Maris. Soms hebben de belangen van bestaande besturen de overhand of hecht de gemeente teveel waarde aan kosten. De focus zou meer moeten liggen op de belangen van initiatiefnemers, die met name veel steun nodig hebben bij de zoektocht naar een geschikte locatie, is de aanbeveling van Maris.

Mom: ‘Er zijn veel partijen betrokken bij schoolstichting, die niet altijd dezelfde belangen hebben. Bij een aanvraag is de houding van de gemeenteraad, ambtenaren en wethouders ontzettend belangrijk. Sommige gemeenten zijn heel formeel en daar kan een wethouder zich achter verschuilen. Sommige partijen in gemeenteraden staan positief tegenover nieuwe scholen, sommigen willen het nooit.’

Maris: ‘Ik heb niet met raadsleden gesproken, wel met ambtenaren. Initiatiefnemers vinden gemeenten nu vaak te afwachtend als er een aanvraag ligt. Een meer burgergerichte houding zou wenselijk zijn. Daarbij geven initiatiefnemers aan dat een schoolgebouw meer is dan muren met een deur en een dak erboven. Als je een bepaald concept hebt, past daar een gebouw bij. Kijk serieus wat een passend schoolgebouw is.’

Broze netwerkstructuur
Initiatiefnemers van nieuwe scholen werken vaak in een losse netwerkstructuur, waarbij een of twee personen de kartrekkers zijn. Deze vorm van netwerkstructuur is broos, signaleert Maris als knelpunt. Hij beveelt daarom aan de taken over meer initiatiefnemers te verdelen, zodat het oprichtingstraject minder kwetsbaar wordt.

Mom: ‘Dit maakt het proces van schoolstichting inderdaad kwetsbaar. Daarom vraag ik altijd aan een initiatiefnemer wie er nog meer bij de oprichting zijn betrokken. Het is van belang binnen de organisatie mensen te hebben die de leidende rol kunnen overnemen als mensen onverhoopt wegvallen.’
(10-09-2020)

Gerelateerd